Smartboard functie: Objecten

Bij het gebruik van de Smartbard Notebook software maak je ongemerkt gebruik van objecten. Het is dus niet een aparte functie (en dat maakt de titel misschien niet helemaal juist). Eigenlijk alles wordt door de software een object genoemd. Teksten, plaatjes, filmpjes, …. In dit bericht enkele eigenschappen van objecten, hoe je ze herkent en wat je er mee kan doen.

In een Notebook presentatie worden achtereenvolgens objecten geplaatst. Om te kunnen werken met de functies groeperen, volgorde, enz. is het van belang om de eigenschappen van objecten even te benoemen. Als je op een object klikt verschijnt er een kader (stippellijn) met bovenop een groene bol, rechtsboven een vierkantje met een driehoekje erin en rechtsonder een wit bolletje.

Groen bolletje

Met het groene bolletje kan je het object draaien. Klik er op met de muis (en linkermuisknop ingedrukt houden) of druk er op op het Smartboardscherm. Het object draait om zijn middelpunt en kan je loslaten in elke hoek die je zit. Het is niet mogelijk om het object  een vaste hoek te geven (van bijvoorbeeld 30 graden).

Vierkantje met een driehoekje erin

Het vierkantje is de Smartboard versie van de rechtermuis klik waarmee allerlei instellingen en eigenschappen gekozen kunnen worden. Als je lessen voorbereidt op een computer zal je deze selectie minder vaak kiezen. Op het Smartboard is het wel erg handig omdat je daar geen rechtermuisklik hebt.

Wit bolletje

Het witte bolletje is bedoeld om het formaat van het object aan te passen. Zowel tekst als plaatjes als filmpjes kan je zo groter en kleiner maken. Het object kan echter snel vervormen als je het groter of kleiner maakt. Een cirkel wordt een ellips, een vierkant een rechthoek, een persoon op een foto krijgt ineens een lang gezicht, … Dit kan je alleen voorkomen door op de computer de SHIFT toets ingedrukt te houden voor dat je met het witte bolletje aan de haal gaat.

Tabellen zijn ook objecten maar die werken een beetje anders. Meer hierover in een volgend bericht.