Anchor problems (en appelsommen)

Anchor problems zijn voorbeelden waar leerlingen houvast aan hebben. Wiskunde docent Breedeen Murray benoemt deze anchor problemen in een commentaar (hier). Ze geeft aan dat deze term gebruikt wordt in de Escape the Textbook group.

The Escape the Textbook group calls these “anchor problems,” with the idea being that you can keep referring back to the problem to help students latch onto the new learning by remembering this solid, relate-able context.

Ze geeft aan dat het vinden van goede anchor problems nog wel eens lastig is.

Het is goed om terug te kunnen grijpen naar eerder gemaakte opgaven, voorbeelden, enz. Het helpt de leerlingen verbindingen te maken met eerder opgedane kennis. Goede voorbeelden helpen daarbij, maar ook bijvoorbeeld een consequent kleurgebruik op het (digi)bord.

Zelf geef ik mensen in opgaven altijd een naam (Henk gaat met de auto naar Parijs, Maria met de trein en Caroline met de fiets) zodat “de opgave met Henk” als referentie kan dienen. Soms ook gebruik ik min of meer onzin opmerkingen om iets aan te duiden. Zo maken we in de onderbouw veel “appelsommen”. Appelsommen zijn sommen waar sprake is van evenredigheden of “per-eenheden”: 1 kilo hout geeft bij verbranding 16 miljoen Joule aan warmte (hout 16 miljoen J per kg of 16 MJ/kg). De opgaven vragen dan bijvoorbeeld hoeveel warmte er vrij komt als er 5 kg hout verbrand wordt. Leerlingen kunnen dit soort berekeningen vrij goed maken maar zien vaak niet dat ze die berekening moeten maken.

Nu zijn appelsommen (1 appel kost 50 cent, hoeveel kosten twee appels?) natuurlijk niet echt iets, maar als leerlingen op een gegeven moment bezig zijn met een opgave en vragen “Meester, dit is toch een appelsom?” dan weet ik wel dat ze de berekening goed gaan maken.