Wiskunde B

“De Technische Universiteit Delft wil scholieren gaan selecteren voordat zij aan de bachelor beginnen. Als de plannen doorgaan moeten scholieren voortaan een 7 hebben voor wiskunde B.”

Bron: https://www.vssd.nl/persbericht-tu-delft-wil-scholieren-uitsluiten/

Een grappig citaat uit een persbericht eind mei 2017.

Allereerst omdat het idee tegen de huidige wetgeving ingaat.

Ten tweede: “Volgens Anka Mulder, vicevoorzitter College van Bestuur TU Delft, ‘is het cijfer voor wiskunde B een goede voorspeller van studiesucces, en leidt tot minder ‘broken dreams’’.” Wat wel logisch klinkt maar wat misschien niet ondersteund wordt door feiten want “uit onderzoek van de universiteit zelf, blijkt dat bijna 60 procent van de studenten met een 6 voor wiskunde het eerste jaar succesvol doorloopt. ”

Een gevoel dat iets “klopt” moet vervolgens door onderzoek worden ondersteund. Toch?

Criteriumgericht toetsen

Elizabeth Langeveld (directeur van Toetsbureau ICE):

“We toetsen niet criteriumgericht. Dat wil zeggen dat we niet de inhoud van de toetsen leidend laten zijn voor de norm, maar de scoreverdeling in de populatie.”

Bron: Toets!, november 2016

Elizabeth zegt hier dat een toets vooraf gemaakt moet worden bezien vanuit wat er van de leerling gevraagd kan en moet worden.

Dit betekent dat als iedereen “op niveau” is er wellicht alleen maar 10-en vallen. En als niemand “op niveau” is er misschien alleen maar 1-en vallen. Het is niet anders.

De validiteit wordt vooraf bepaald aan de hand van wat je precies wilt toetsen.

Het aanpassen van de normering (punten anders verdelen, vragen er uit halen, een andere n-term, ..) is dan ongewenst.

Los van wat Elizabeth zegt over de inhoud geven aanpassingen onnodige onrust. Leerlingen denken dat het cijfer onderhandelbaar is geworden. Zonder sterke onderbouwing begeef je je dan op glad ijs.

Hoorcolleges

Why on earth would we think this arrangement — teacher in front of the  room talking, students sitting silently and (ostensibly) listening —  ought to play a central role in an institution whose goal is to promote learning?

Bron: http://www.alfiekohn.org/blogs/lectures/ ,24 juni 2017

Waar Alfie Kohn zelf begint met een citaat:

[Lecturing is the] best way to get information from teacher’s notebook to student’s notebook without touching the student’s mind.
— George Leonard

Waarbij Wilfred Rubens een Nederlandse context aandraagt met de vraag:

Wat zou er gebeuren als hoorcolleges niet meer erkend zouden worden als contactonderwijs?

Handboek natuurkundedidactiek

Onlangs (januari 2017) kwam het Handboek natuurkundedidactiek uit (http://www.natuurkundedidactiek.nl/).

Een mooie verzameling onderwerpen waar veel voor mij bekende namen (en ook veel onbekende namen) langskomen als auteur van bepaalde onderdelen.

Voor nu een kort citaat over een onderwerp waarover we op school regelmatig discussie hebben.

“In alle schoolvakken speelt het leren van vakbegrippen en -redeneringen een rol. Volgens de psychologische theorie van het constructivisme -voor zover vakdidactisch relevant- kunnen begrippen en redeneerwijzen niet worden overgedragen van de leraar naar de leerling, maar moeten leerlingen deze kennis zelf ontwikkelen op basis van de al aanwezige kennis (Ausubel, 1968). Ze kunnen daarbij geholpen worden door de leeromgeving die de leraar aanbiedt: informatie en discussies over betekenissen en ervaringen die voor de begrippen van belang zijn.

Uit vakdidactisch onderzoek is bekend dat, als het om begripsontwikkeling gaat, onderwijs minder succesvol is dan wordt gedacht of gehoopt. Leerlingen leren wel de vaktermen te gebruiken, maar de betekenis die ze eraan toekennen verschilt vaak van de geaccepteerde natuurwetenschappelijke betekenis. Dat komt tot uiting in begripsproblemen: veel leerlingen geven heel andere dan de gewenste antwoorden als hen begripsvragen worden voorgelegd. Ze blijken dan vast te houden aan begrippen en redeneringen die voortkomen uit hun alledaagse ervaringen.”

De actieve werkhouding van leerlingen om dit goed voor elkaar te krijgen ontbreekt regelmatig. Met tegenvallende resultaten als gevolg.

Teaching Physics with the Physics Suite: The dead leaves model

“Teaching Physics with the Physics Suite” (2002) is een vrij recent boek en waarin E.F.Redish kijkt naar het leren en doceren van natuurkunde. Het boek is te koop, maar de delen zijn ook te downloaden.

http://www2.physics.umd.edu/~redish/Book/

Een mooie beschrijving van sommige van onze leerlingen beschrijft hij als het “dead leaves model“. Ik zie zo een aantal hardwerkende leerlingen voor me die samenvatting na samenvatting maken maar uiteindelijk de diepgang missen voor een succesvol proefwerk.

“Unfortunately, the most common mental model for learning science in my classes seems to be:

• Write down every equation or law the teacher puts on the board that is also in the book.
• Memorize these, together with the list of formulas at the end of each chapter.
• Do enough homework and end-of-the-chapter problems to recognize which formula is to be applied to which problem.
• Pass the exam by selecting the correct formulas for the problems on the exam.
• Erase all information from your brain after the exam to make room for the next set of materials.

I call the bulleted list above “the dead leaves model.” It’s as if physics were a collection of equations on fallen leaves.”

Nu het Natuurkunde eindexamen langzaamaan afstapt van vooral rekenen en steeds meer redeneervragen opneemt, lopen leerlingen met een beperkt begrip een grotere kans om de voldoende niet -meer- te halen.

Vaardigheden nodig in de techniek

Vaardigheden nodig in een commerciële technische omgeving:

Opereren binnen een team.

Leren omgaan met wat ik ‘hoe goed is goed genoeg’ noem.

Drs. Govert Hamers (CEO Vanderlande) vraagt zich af waarom technische opleidingen zoveel nadruk leggen op de ingenieur als onderzoeker terwijl de meeste studenten geen onderzoeker worden.
Maart 2016, Bereid voor op de beroepspraktijk, De Ingenieur, nummer 3, blz. 3

It may not be impossible

Alan Eustace vroeg zich af waarom de stratosfeer niet beter onderzocht werd (http://www.ted.com/). Raketten vliegen er dwars doorheen op weg naar de maan of het ISS maar niemand die daar eens een kijkje gaat nemen. De stratosfeer is de laag vanaf 10/15 kilometer tot 50 km boven het aardoppervlak.

Alan stelde deze vraag uiteindelijk hardop en na drie jaar is hij daadwerkelijk eens gaan kijken in deze stratosfeer. Hij is langzaam opgestegen aan een ballon en na ruim twee uur was hij op ruim 41 km hoogte. Waarna het tijd werd om weer terug te gaan. Bekijk zijn verhaal hieronder (of via (http://www.ted.com/).

Na deze stunt gaf zijn dochter aan dat ze een idee had.

“Dad, I’ve got this idea.”

And so I listened to her idea and I said,

“Katelyn, that’s impossible.”

And she looks at me and she goes,

“Dad, after what you just did, how can you call anything impossible?”

And I laughed, and I said, “OK, it’s not impossible, it’s just very, very hard.” And then I paused for a second, and I said, Katelyn,

it may not be impossible, it may not even be very, very hard, it’s just that I don’t know how to do it.

Collaborative efforts on common problems

True camaraderie comes from collaborative efforts on common problems; it is the strongest kind of professional glue – a source of professional pride and satisfaction. Physics teachers need it to cope with the professional isolation most of them face in their schools. They need it as a stimulus to improve; they need it for a sense of belonging.

Bron: Malcom Wells an David Hestenes, A modeling method for high school physics instruction, Am.J.Phys. 63 (7), July 1995, p.606.